We kunnen er niet omheen. De democratieën die we kennen staan onder druk: machtsuitoefening op grond van de wil van het volk verliest z’n legitimiteit. De afstand tussen de politiek als geïnstitutionaliseerd systeem (la politique) en de samenleving die zich van onderop organiseert (le politique) wordt groter, de macht raakt in zichzelf gekeerd, verliest de aandacht voor en betrokkenheid bij de mensen in de samenleving[1]. Tegelijkertijd verhardt het politieke debat, wordt op de man gespeeld, lekt het respect voor opponenten weg en krijgt de leugen vrij spel. Het is zo langzamerhand niet meer te doen om samen te werken aan de grote maatschappelijke uitdagingen, maar om het uitoefenen van macht als doel op zichzelf. Ten koste van alles …….
Wat we zien gebeuren is dat partijen elkaar verketteren en steeds minder in staat zijn om met steun uit de samenleving een uitdagend en gewenst toekomstbeeld te schetsen. Het gevolg is stilstand, het gemakzuchtig plukken van laaghangend fruit en het teruggrijpen naar oude afgeschreven oplossingen voor nieuwe én oude vraagstukken. Deze situatie van stilstand kenmerkt onze huidige democratie(ën) en dat is precies de achilleshiel: de wil van het volk vraagt om actief en in vrijheid handelen, maar loopt vast op machtsposities , -relaties en -spelletjes. Hannah Arendt wijst op één van de mogelijke consequenties: “Wanneer de instellingen (Pm: la politique) in gebreke blijven, dan wordt de politieke samenleving afhankelijk van mensen, en mensen zijn als zwakke rietstengels, geneigd om te berusten in – ja om medeplichtig te zijn aan – misdadigheid”[2]. In dergelijke situaties roept een deel van de samenleving om een sterke leider, die met overtuiging handelt en besluitvaardigheid uitstraalt. Die doet wat hij zegt en zegt wat hij doet. Het probleem is alleen dat dergelijke autocratische leiders sterk neigen naar totalitaire ideologieën met als doel het scheppen van een geünificeerde en gesloten samenleving waarvan de basis niet wordt uitgemaakt door vrije individuen, maar door het delen van dezelfde doelstellingen, meningen en gedrag. Wie daar niet in meegaat of in past wordt niet alleen buitengesloten, maar uiteindelijk ook vernietigd als ziekmakende parasiet. In dergelijke ideologieën is de politieke leugen usance en is de samenleving vol van systematische ontkenning of verdraaiing van de feiten. Deze beweging is zichtbaar, met name in democratieën zonder een lange traditie, maar ook in gevestigde democratieën als de Verenigde Staten en Engeland staat de democratie (inclusief het democratisch leiderschap) onder druk en wordt niet geanticipeerd op een mogelijke toekomst, maar teruggegrepen op een afgesloten verleden.
Ook ten onzent is de democratie, althans de vorm die wij kennen, aan erosie onderhevig. We zien de toekomst minder als kans dan als bedreiging. Met name het migratie- en milieuvraagstuk, maar ook andere complexe, snel veranderende opgaven vragen om een diepe, serieuze, gezamenlijke analyse. Een analyse die ontdaan is van ideologische, in beton gegoten denkbeelden, waarbij naast het scherpe, inhoudelijke debat ook de vaardigheid van de open dialoog een plek dient te krijgen. De opgave is dus niet om eindeloos in een afgesloten ruimte standpunten op elkaar af te vuren - die ketsen toch af op het schild van de tegen partij – maar om inzichten te verkrijgen, te begrijpen (zo zou, de eerder aangehaalde Hannah Arendt zeggen). Dat betekent voor politici pas praten als je hebt geluisterd en aandacht en betrokkenheid hebt getoond. Omgekeerd betekent het dat mensen zich, meer dan in het verleden het geval was, tot actieve burgers ontwikkelen, zich met elkaar verbinden om doelen te bereiken en op die manier de politiek tegemoet treden, omdat deze het niet alleen meer kan en eigenlijk ook niet meer wil.
Met andere woorden: de samenleving met haar grote vraagstukken vraagt om nieuwe, actieve vormen van democratie die van onderop leiden tot synergie en waarin deelnemers verantwoordelijkheid durven nemen en eigenaarschap tonen. Zoals in de Verenigde Staten de vrije verenigingen[3] de remedie vormen voor het falen van instituties, de onbetrouwbaarheid van mensen en de onzekerheid van de toekomst, zo vormen bij ons verenigingen en – vooral – coöperaties de initiatiefnemers voor verandering en het integraal oplossen van vraagstukken. In die zin kan – in termen van Lefort - la politique iets betekenen voor le politique. Dat is geen vanzelfsprekendheid en vereist leervermogen. De democratie is en blijft een kwetsbare schat, waarvoor elke keer weer gestreden moet worden. Inderdaad omdat niets vanzelfsprekend is.
[1] In navolging van de in 2010 overleden Franse politiek filosoof Claude Lefort onderscheidt Hannah Bertrand la politique als expliciete geïnstitutionaliseerde macht die over het functioneren en organiseren verslag uitbrengt aan de samenleving en le politique als sociale activiteit, waarin leden van de samenleving de normen van hun collectiviteit vaststellen en samen beslissen over hun toekomst.
[2] Arendt citeert hier met instemming de uitspraak van Wilson Carey McWilliams in haar opstel over Burgerlijke ongehoorzaamheid uit 1972. Dit is opgenomen in de bundel opstellen getiteld Het waagstuk van de politiek (2018). Uitgeverij Klement, Utrecht. Arendt’s instemming grijpt terug op haar uitgebreide ervaring met en kennis van het nazisme als belangrijkste representant van het totalitarisme.
[3] Vrije verenigingen zijn ad hoc organisaties die doelstellingen op korte termijn nastreven en ophouden als het doel is verwezenlijkt.