Participerend bewustzijn

Inderdaad grote thema’s beginnen ons te raken – denk bijvoorbeeld aan klimaatverandering en energietransitie, maatschappelijke ongelijkheid en sociale cohesie, sociale en fysieke veiligheid – omdat het niet alleen meer gaat om verhalen die de ronde doen en waarnaar we kunnen besluiten te luisteren of niet. Maar ook omdat de effecten ervan doorsiepelen in ons leef- en ervaringsdomein en omdat onvoldragen besluitvorming ons begint dwars te zitten. De genoemde grote thema’s zijn geen problemen die praktisch of technisch kunnen worden opgelost, maar wijzen op evenzovele paradoxen die, volgens Bohm, het gevolg zijn van onze manier van denken. Het paradoxale is dat alle betrokkenen lijken te beseffen dat ze als mensen onderling met elkaar zijn verbonden, hetgeen trouwens de noodzaak impliceert om open tegenover elkaar te zijn. En toch hebben de partijen het idee dat hun behoeften door de ander worden genegeerd of ontkend. Dat leidt tot gekwetstheid en reageren vanuit de schuttersputjes. Die diep ingesleten verdedigingsmechanismen verhinderen nu juist een echt luisteren naar wat de ander te zeggen heeft.

 

Het interessante van Bohm is dat hij ons denken onderzoekt, omdat dit denken, volgens hem, juist geleid heeft tot die enorme spanningsvolle vraagstukken. Hij pleit ervoor om in de dialoog op zoek te gaan naar de spanningen achter de vooronderstellingen van ons denken. De systeemfouten van ons denken komen erop neer dat wij niet echt denken, maar onze gedachten herhalen. Daar komt bij dat ons denken abstraheert en we daarmee het probleem niet werkelijk onder ogen zien en er verantwoordelijkheid voor nemen. Verder is ons vermogen om open te luisteren zwak ontwikkeld. We laten alleen die dingen binnen die passen bij onze gevoelens en gedachten. En tot slot, is er nog het idee van het geïsoleerde ‘ik’, dat wil zeggen dat alles wat we denken en voelen iets is van ons zogenaamd vrije ik, los van onze omgeving. Kortom, ons denken is zo geprogrammeerd dat het z’n eigen bedoelingen creëert. Dit resulteert in, wat hij noemt, een incoherente manier van denken over de samenleving. Pas in een echte dialoog, waarbij mensen elkaar leren kennen kan een coherente denkbeweging ontstaan en een samenhangende communicatie. In zo’n proces worden we doorlopend geconfronteerd met onze eigen vooronderstellingen, mentale beelden, opvattingen, meningen, etc. Door die op te schorten werken we aan gedeelde betekenisgeving die de groep met elkaar deelt. Heel beeldend noemt Bohm dat ‘deelnemen aan de waarheid’. Daarmee doelt hij enerzijds op delen of deelhebben aan, anderzijds op deelnemen aan, geaccepteerd zijn en deel zijn van een groter geheel. Door niet langer te reproduceren wat we altijd gedacht hebben, onze vooronderstellingen op te schorten, zijn we in staat om het probleem te begrijpen en aan te pakken vanuit een gevoelde noodzaak en vanuit een gedeelde betekenis: we kijken samen naar het geheel. Op die manier ontstaat er een collectief, participerend bewustzijn dat ons in staat stelt te overleven. Dat bewustzijn geeft vorm aan de sensitiviteit van al onze gevoelens en waarnemingen die daarmee de dialoog verrijken. We voelen aan wat er om ons heen gebeurt en met ons zelf. In feite zegt Bohm dat we het menselijk bewustzijn kunnen veranderen door het voeren van een dialoog. Echte verandering kan alleen plaatsvinden als het een verandering is van collectieve gedachtevoorstellingen.

 

Dat ‘deelnemen aan de waarheid’ als kern van een nieuw paradigma begint op verschillende plekken in de samenleving door te breken. Sturing van bovenaf verandert in situationeel sturen; eenzijdige dwang slaat om in wederkerigheid en gedeelde verantwoordelijkheid; besluitvorming achteraf schuift op naar vooruitlopen op en rekening houden met; overtuigen met woorden en beelden maakt plaats voor luisterend openstaan voor de ander. Kortom: we gaan langzamerhand inzien dat we onze omgang en communicatie met elkaar anders moeten gaan waarderen en organiseren. Die tendensen worden zichtbaar in benamingen als sociocratie of holocracy[1].

 

Ook de lokale overheid begint stukje bij beetje te beseffen dat zaken die zich niet lenen voor het simpel regelen, maar die omvattender zijn en groepen burgers ècht aangaan, anders bekeken, gewaardeerd en opgepakt moeten worden. Burgers zitten niet meer te wachten op wat de overheid voor hen heeft bedacht, zij willen zelf richting en vorm geven aan hun behoeften en zijn steeds meer bereid om daarvoor verantwoordelijkheid nemen en ondernemerschap te tonen. Is de overheid en zijn bestuurders bereid om te doen wat mensen vragen en met hen in gesprek te gaan vanuit een even betrokken, dienstverlenende houding? Kernvraag is in hoeverre de overheid de betrokkenheid, kwaliteiten en vaardigheden van burgers bereid is te waarderen en hen naast zich op het schild te dulden? Programma’s als ‘Burger aanzet’ en visies als ‘Deep democracy’ duiden op een groeiend participerend bewustzijn en gelijkwaardig partnerschap. Steeds meer breekt het besef door dat alle potenties die de samenleving rijk is benut moeten worden om vorm en inhoud te geven aan een schone, hele en uitdagende woon- en leefomgeving. Daar hoort ook een adequate besluitvorming bij. Het voeren van een goede dialoog is daarvoor een voorwaarde. Dat betekent onder meer dat boven water gehaald moet worden wat door belanghebbenden niet gezegd wordt, maar wel essentieel is. Het betekent ook dat geleidelijk aan coalities en vervolgens meerderheden gevormd worden en dat deelnemers met een andere mening gevraagd wordt wat ervoor nodig is om hen mee te laten doen. Zo krijgt democratie een spelkarakter en verwordt het niet tot een technisch besluitvormingsproces waarin geldt: de meerderheid van de helft plus 1 bepaalt en de rest is irrelevant.

 

[1] Sociocracy baseert zich op een vorm van gelijkwaardige besluitvorming voor teams en is een methode om deze om te zetten in actie. De principes en patronen, zoals transparantie, effectiviteit, verantwoordelijkheid en instemming dragen bij aan de ontwikkeling van wendbare, veerkrachtige teams en uiteindelijk organisaties. Brian Robertson schreef in 2015 het boek Holocracy, waarin hij een nieuwe manier van werken schetste, die ertoe leidt dat oplossingen sneller en harmonieuzer worden gevonden. Als iets niet lukt kunnen de spanningen zo worden omgezet dat men de vrijheid en bevoegdheden krijgt die nodig zijn om de zaken snel voor elkaar te krijgen.

 

Terug...

^ Naar boven