Van de weeromstuit

Nog even terugpakken op die dag. De Klimaatmars ging niet alleen over de CO2 uitstoot en wie dat moet betalen. Het ging ook over de dramatisch teruglopende biodiversiteit, de weerstand en mogelijkheden van energietranstie, cradle to cradle, de wenselijkheid van een kringloopeconomie en eigenlijk – ten diepste – over onze toekomst en de ontwikkeling van een geïntegreerde duurzame visie op ons leven op aarde. Het besef dat we aardbewoners zijn en wat dat inhoudt. De Klimaatmars was een mars van iedereen voor iedereen, niemand uitgezonderd. Een mars van idealistisch-realisten en pragmatisten, die weliswaar het vizier op de toekomst hebben gericht, maar beseffen dat die toekomst onzeker is en dat het verleden ons ook veel heeft opgeleverd. Maar wel vanuit het bewustzijn dat het anders moet en anders kan. Dat was wat de marsgangers met elkaar gemeen hadden.

 

Dan het sprongetje naar het boek van Latour. Een voor zijn doen dun en leesbaar boekje over hoe het zover met ons als mens heeft kunnen komen èn in welke richting we de uitdaging moeten zoeken. Latour geeft aan dat onze tijd gekenmerkt wordt door het ontbreken van een gemeenschappelijke wereld. In de kern komt dat, omdat wij en vooral onze leiders niet durven uit te spreken dat het moderniseringsproces voorbij is en een verandering van regime onvermijdelijk. Mondialisering of globalisering heeft weliswaar materieel gewin opgeleverd, maar steeds duidelijker zichtbaar wordt de schade die wij zelf aan de planeet Aarde hebben aangedaan. De reactie van de Aarde, zoals Latour dat noemt - denk daarbij aan smeltende poolkappen; orkanen & ontbossing en resulterende vernietigende overstromingen &, afnemende biodiversiteit; de vergiftigende werking van de plastic soep in de oceanen en oppervlaktewater – wordt steeds heftiger. En dan komt het: de klimaatmutaties worden door sterke ‘obscurantistische elites’ op een bijna obsessieve wijze ontkend, ook al weten ze ten diepste dat ons eigen maniakale plunderingsgedrag hier debet aan is. Die elite zweert bij hoog en laag bij mondialisering middels onbeperkte markten, mits het bijdraagt aan het eigen gewin en niet hoeft bij te dragen aan het oplossen van de milieuschade leidt op die manier tot een oneerlijke verdeling van de welvaart. Hoe paradoxaal dat ook mag klinken, dit gedrag leidt tot een sterk verlangen terug te keren waar we eens vandaan kwamen: de natie-staat. Heel sterk wordt deze tendens om te vluchten en zich terug te trekken in de veronderstelde eigen, veilige omgeving (gated communities) zichtbaar in de Verenigde Staten en Engeland. Door de leugen over het klimaat gaat de elite op zoek naar alternatieve feiten en zet de media in om ‘brave burgers’ te doen geloven dat economische groei (mondialisering) in combinatie met het opwerpen van een lokale verdedigingslinie tegen invloeden van buitenaf (migratie en milieu) de toekomst heeft. Neo-liberalisme dus in een conservatief jasje. Dit proces is uiterst herkenbaar bij de populistische bewegingen die wij ook in ons eigen land zien groeien. In feite is ‘angst voor verlies’ de brandstof waarop deze bewegingen lopen, kundig gemanipuleerd door volksmenners, die ons willen doen geloven dat we de toekomst in het verleden moeten zoeken door onze ogen te sluiten voor wat wij de aarde als aardbewoners zelf hebben aangedaan.

 

De keuze die Latour ons stelt is simpelweg: willen wij ook vluchten, of komen we in beweging om een territorium te vinden dat wij en onze kinderen kunnen bewonen? Anders geformuleerd: leggen we ons neer bij de leegheid van de politiek, die erin bestaat dat de onsamenhangende klacht van de verliezers van de globalisering toegedekt wordt door een elite die abstract, algemeen en ondoorzichtig en daarmee nietszeggend is geworden. Of: durven we de politiek weer te laden door vanuit de Aarde als actor in verbinding te komen met de moderne Globalisten en conservatieve Lokalisten en zelfs met de neo-liberale Conservatieven. Een verbinding die er op neerkomt dat wij ons weer leren te hechten aan het lokale als bodem voor ons bestaan en ons tegelijkertijd leren te onthechten van de illusie van de oneindig opschuivende grenzen van ons handelen, alsof alles mogelijk is. Dat betekent twee dingen. Allereerst dat we de ecologische en sociale kwestie met elkaar verbinden en daarmee het verleden integreren naar de toekomst toe. Kortom: het verdelingsvraagstuk koppelen aan een nieuwe waardengeladen politiek. Vervolgens zullen de mensen die de Aarde aanvaarden als actor in onderhandeling moeten treden met bovengenoemden partijen en hen moeten meenemen in de heroriëntatie op wat het betekent om op nieuwe wijze lokaal en tegelijkertijd globaal te zijn. Dat wil zeggen vanuit de betekenis van een kwetsbare, maar uiterst krachtige Aarde. En dan ook nog een Aarde die door veel partijen nog niet eens als actor wordt gezien, laat staan als institutionele autoriteit met macht. Op die manier bestaat de hoop om - in termen van Latour - een gemeenschappelijke wereld of territorium op te bouwen. Niet de klassieke natuur (en sociale) wetenschappen kunnen daarbij behulpzaam zijn, maar vooral een nieuwe geïntegreerde aardwetenschap, waarin de genese van alle levensvormen in het dunne vlies tussen atmosfeer en bedrock continu wordt onderzocht. Misschien dat op die manier wetenschap weer een gewaardeerde actor van alle partijen kan zijn.

 

Terug naar de Klimaatmars. Ik heb veel mensen gezien en gesproken. Ik heb gemerkt dat de zorg om de Aarde geen abstracte theoretische zorg is. Zij geeft blijk van een existentiële betrokkenheid die voortkomt uit een ‘hoger’ bewustzijn dat de Aarde een partij is die niet voor niets gromt en grauwt, zoals mijn Groningse buren in de stoet de afgelopen decennia aan den lijve hebben ondervonden. Nu ik mijn inmiddels opgedroogde boekje nog weer eens op me laat inwerken, besef ik ook - zeker na de Provinciale verkiezingen van afgelopen woensdag waarin Forum voor Democratie zich zo duidelijk manifesteerde - dat het terug kruipen in een groene bubbel niet de juiste oplossingsrichting is om verder te komen. We zullen niet alleen in gesprek moeten gaan en – zoals Latour zegt – leren onderhandelen over het landen op een bodem. De actualiteit vraagt dat van ons. Maar volgens hem vraagt dat van alle partijen vernieuwende inzichten, het aanspreken van al onze creatieve vermogens, een zekere subtiliteit en technische vaardigheid[1].

 

[1] Misschien is de grootste uitdaging wel het met elkaar leren begrijpen van de paradox van het ecologische tijdperk, zoals Timothy Morton (2018) dat in zijn boek ‘Ecologisch wezen’ aan de orde stelt. De ecologische vraagstukken waar we mee te maken hebben zijn zo complex en bijna onkenbaar dat mensen twijfelen aan hun eigen bijdrage aan een schoner en beter milieu. Morton geeft aan dat de individuele bijdrage van mensen inderdaad van geen enkele betekenis is, maar dat zijn/haar daden toch ingrijpende gevolgen hebben. Op zo’n manier hebben we nog niet leren kijken, maar het is de moeite waard om vanuit een collectieve verbinding toch een bijdrage te leveren die ertoe doet.

Terug...

^ Naar boven