Structurele oplossingen?

In het dagblad dat zich “misschien wel de beste krant van Nederland” noemt, stond een interessant artikel over het tekortschietende beheer van drinkwater. Het artikel ging over het feit dat in Twente meer water wordt opgepompt dan is toegestaan. In het artikel wordt aannemelijk gemaakt dat het drinkwaterbeheer anders moet. Blijkens het artikel wordt dat zowel door een hoogleraar waterbeheer en herstel waterecologie van de Universiteit van Wageningen erkend als door het betreffende waterbedrijf Vitens. Beide partijen lijken te erkennen dat er een soort paradigmashift ten aanzien van waterbeheer nodig is: van afvoer van water naar opslag van water.

 

En dan komt het …… Het waterbedrijf zoekt structurele maatregelen in de techniek door bijvoorbeeld de aanleg van een enorme pijpleiding aan te leggen van het stroomgebied van de IJssel naar het drogere Twente. In de ogen van het Waterbedrijf is een paradigmashift dus te realiseren door de oplossing van het klimaatprobleem te zoeken in technische oplossingen. Terecht plaatst de wetenschapper het vraagstuk in een breder kader. Dat komt er op neer dat meer grond voor natuur voor wateropslag moet worden gereserveerd. Pas dan zou werkelijk sprake zijn van een structurele oplossing. Het simpel aanleggen van een pijplijn voldoet daar niet aan. De consequentie van een dergelijke structurele oplossing is dat klimaatverandering ook werkelijk zal moeten leiden tot verandering van grondgebruik, bijvoorbeeld minder landbouwgrond en misschien minder stedelijke woningbouw in natte gebieden en meer natte natuurgebieden. Zo kan de aanleg van natte gebieden van belang zijn voor droge periodes.

 

En toch is het de vraag of alleen het veranderen van de toekomstige infrastructuur door gebieden een andere bestemming te geven het predicaat ‘structureel’ verdient. Met andere woorden: schiet ook de wetenschapper niet te kort in zijn beleidsadvies. Immers, vereist structurele verandering niet ook, of misschien wel veeleer, een ingrijpende gedragsverandering van de gebruikers? In dit geval betreft het ons gedrag over hoe we met water omgaan. Als we de ontwikkelingen van verdroging van onze grond zouden afzetten tegen onze waterconsumptie dan zouden we een scheef beeld zien: toenemende verdroging bij een constant hoge waterconsumptie (leidingwater, grondwater, oppervlaktewater). Daar zijn we allemaal verantwoordelijk voor: de boer om zijn gewassen water te geven, de bedrijven voor hun bedrijfsvoering en de burgers om langer te douchen, hun tuin te besproeien en hun zwembaden te vullen. Met andere woorden: kunnen we een verbeterde opslag van neerslagoverschotten wel aanmerken als een structurele oplossing voor een veel omvattender ecologisch vraagstuk van verdroging als gevolg van klimaatverandering?

 

De ‘casus’ Twente maakt naar mijn gevoel nog iets veel fundamentelers zichtbaar, namelijk dat we de neiging hebben om op zoek te gaan naar oplossingen voor deelvraagstukken, dat we de samenhang en het overstijgende doel van de duurzaamheid niet willen vatten, omdat – wanneer we dat wel zouden willen – we anders tegen de werkelijkheid aan zouden gaan kijken en – wellicht ook – bewust anders zouden moeten handelen. Dat zou niet alleen zichtbaar worden in ander grond-, water-, energiegebruik, maar ook in bijvoorbeeld andere eet- en reisgewoonten. En, misschien ook wel in ander sociaal gedrag. Minder gericht op het optimaliseren van het eigen belang en meer op realisering van een collectief belang. Met andere woorden: wat ‘structureel’ genoemd wordt, is niet structureel maar incidenteel, of hoogstens contextafhankelijk, maar niet structureel in de zin dat we ander gedrag gaan vertonen, omdat ons oude gedrag niet meer past bij de veranderingen in de omgeving waar we rekening mee dienen te houden.

Terug...

^ Naar boven