Terugvinden van het morele kompas

De parlementaire enquêtecommissie heeft gesproken met directeuren, toezichthouders, financiers en bewindslieden. En niemand van deze verantwoordelijken voelde zich daadwerkelijk verantwoordelijk voor de woningcorporaties. Directeuren niet, omdat ze de verkregen ruimte namen en deze verzilverden in de vorm geld, materie, aanzien en ondernemerschap op terreinen waar zij geen verstand van hadden. Toezichthouders niet, omdat ze zich met een kluitje in het riet lieten sturen, geen kritisch vermogen ten toon spreidden, doorgaans weinig verstand van zaken hadden, terwijl ook de toetsingscriteria onvoldoende duidelijk en bekend waren. Financiers zagen business in de vrij gelaten woningcorporaties en hadden dezelfde groei-waandenkbeelden als het management. En tenslotte, de politiek had de woningcorporaties alle ruimte gegeven vanuit de liberale maxime dat woningcorporaties mans genoeg waren om hun eigen koers te gaan. Laissez-faire, laissez aller was het devies. Daar kwam bij dat de politieke instabiliteit van de afgelopen decennia heeft voorkomen dat enkele goedwillende bewindslieden adequaat konden ingrijpen (als dat al mogelijk geweest zou zijn). Kortom: niemand toonde de juiste betrokkenheid bij de corporaties en daarmee ook niet bij het uiteindelijke doel van deze corporaties om mensen aan de onderkant van de samenleving tegen een redelijk prijs woonruimte aan te bieden.  Of toch: riep de voorzitter van de woningcorporaties Aedes, Marc Calon, niet dat het morele kompas terug moest? Wat bedoelde hij daarmee? En: hebben we het kompas niet zelf over boord gegooid?

 

Een ding is duidelijk. Wat zich in de (woning)bouwsector heeft afgespeeld is niet uniek en staat ook niet op zichzelf. Ook in het onderwijs heeft de politiek onlangs onderzoek gedaan naar een vergelijkbaar schandaal bij Amarantis, een mega-leerfabriek van 30.000 studenten in het voortgezet onderwijs en het MBO. De kersverse minister Bussemaker was vorig jaar, net als nu Calon, op zoek naar het morele kompas. Maar hoe komt het nu dat we dat kompas nog steeds niet hebben gevonden, ook al gaat het om een andere publieke sector? Het zou wel eens kunnen zijn dat we het morele kompas niet overboord hebben gegooid, maar dat we het onderweg ergens voordelig hebben  ingewisseld voor een andere kompas, namelijk het economische kompas met de neo-liberale waarden. Daar waar sociale deugden als gematigdheid, rechtvaardigheid en betrouwbaarheid in het verleden leidend waren voor ons gedrag, lijkt het erop dat presteren, succes en eigen gewin tegenwoordig maatgevend zijn voor ons gedrag en onze manier om richting en sturing te geven. Emeritus-hoogleraar Bert Laeyendecker wijst erop dat goed presteren toch vooral betekent: beter presteren dan de ander om de meest schaarse van alle schaarse goederen, opmerkzaamheid van de consument. Wie zich niet kan presenteren heeft in onze consumptieve communicatiemaatschappij geen kans. Ook succes is zo’n waarde die kenmerkend is voor onze maatschappij. Het gaat in het bedrijfsleven om meer winst, in de wetenschap om meer publicaties, in de bouw om meer woningen en in de zorg om meer handelingen. Met dit scoren beginnen we al voor de schooltijd. Als Calon dan roept dat het morele kompas terugmoet, dan vraagt de hooggeleerde zich af waar we dat morele kompas vandaan moeten halen? Bij de kerken: eigenlijk wel, maar die zijn ontvolkt. Bij het onderwijs: eigenlijk wel, maar de focus wordt niet op ontwikkeling gericht, maar op arbeidsmarktpositie, Bij gezin en familie: ook wel, maar daar zien we dat ontspanning en genieten hoger scoren dan een betrokken opvoeding. Ook de overheid zou daar een rol in kunnen spelen, ware het niet dat aan het hebben van een toekomstvisie en ideeën een vies luchtje hangt en de overheid zich daarom ook terugtrekt tot ver achter haar verantwoordelijkheidslinie. Kortom: geen van de instituties lijkt er nog een moreel kompas op na te houden. Maar is er dan geen weg terug meer?

Ja, het klopt dat de economische waarden de morele waarden hebben verdrongen en daar hebben we zelf aan meegewerkt. Nee, er is geen weg terug meer. Hoe stellen we ons dan de toekomt voor?

 

Waarschijnlijk zal ook de parlementaire enquêtecommissie concluderen dat het morele kompas terug moet en zal zij regels en toezicht aanscherpen. Niet helemaal uitgesloten is zelfs  dat zij een klemmend beroep zal doen moraal gedrag en op professioneel en gewetensvol handelen van toekomstige belanghebbenden. Hoe de commissie zich dat voorstelt is nog niet duidelijk, maar de perverse prikkels die in ons systeem zitten zullen misschien benoemd worden. In elk geval zal de enquêtecommissie en in haar kielzog, de regering, de moraliteit zelf niet terug kunnen brengen en op kunnen leggen. Daarvoor is zij zelf te veel oorzaak van het probleem en past zo’n houding ook niet in dit tijdgewricht. Het kan niet anders dan dat initiatieven daartoe uit de samenleving zelf gaan komen, ook al zijn ze vaak nog aan het oog onttrokken.

 

Een groeiend aantal maatschappelijke initiatieven zoekt antwoorden voor grote en complexe vraagstukken, gaat die niet uit de weg, accepteert deze en probeert daar nieuwe antwoorden op te verzinnen. Door experimenteel bezig te zijn, op een andere manier te leren in plaats van oude recepten te herhalen en de ervaringen te koppelen aan de gewenste waarden zal het mogelijk worden om het oude egocentrische gedrag in te ruilen voor gedrag waarin rekening wordt gehouden met anderen, nu en in de toekomst. Kunneman spreekt van normatieve professionalisering en horizontale moraliseringsprocessen. Willen we het morele kompas terug dan zullen we moeten oefenen in leiderschap en gewetensvorming. We zullen moeten leren stil te staan bij de vraag naar de effecten van ons handelen op onze sociale en fysieke omgeving. We zullen ons moeten afvragen hoe die omgeving op ons reageert en daar zullen we iets mee moeten doen. We zullen dus moeten leren receptief in plaats van reactief te zijn. Er zal een andere wind moeten gaan waaien, willen we niet van de ene crisis in de andere belanden. Daar zijn we zelf bij.

Terug...

^ Naar boven