24 mei 2019
Laatst las ik in de krant een curieus bericht. Gorilla Jacko van website Beursgorilla wist in de laatste negentien jaar een beter rendement te halen dan de AEX. Beursgorilla laat de gorilla al sinds 2000 een mandje aandelen samenstellen door hem te laten kiezen uit verschillende bananen die corresponderen met beursgenoteerde fondsen. Mijn eerste reactie was er een van plezier, maar al snel drong het tot me door hoe goed gelovig we zijn en – hoe in dit geval – de AEX met al zijn financiële deskundigen een schijnwereld creëert, waarin massa’s mensen geloven. Een wereld met een eigen cultuur en logica, die als heel normaal wordt verondersteld. Die vraag naar de normaliteit hield mij bezig. Hoe normaal is die logica eigenlijk? En zo kom ik terecht bij de filosoof Paul Michel Foucault (1926-1984). Met hem deel ik een bijzondere interesse in hetgeen afwijkt van het normale, het (psycho)pathologische, in de kracht er van, maar ook in hoe het normale ons richt en disciplineert.
23 april 2019
De provinciale verkiezingen van 20 maart 2019 gingen niet over het beleid van de provincie, maar
om de populariteit van het 3e kabinet Rutten en - verbonden daarmee - om de macht in de 1e Kamer. Wat we zagen is een bescheiden, maar niet onbelangrijke groei van groene partijen en een enorme winst van wat in de volksmond het populisme wordt genoemd. De uitholling van de brede volkspartijen werd nog duidelijker zichtbaar dan bij de voorgaande verkiezingen. Waar duidt dit op, waar staat het voor? Twee recent verschenen boeken hielpen mij op weg om mijn vage vermoedens van argumenten te voorzien[1].
[1] Herman Tjeenk Willink (2019) Groter denken, kleiner doen. Uitgeverij Prometheus. Amsterdam.
Kim Putters (2019) Veenbrand; smeulende kwesties in de welvarende samenleving. Uitgeverij Prometheus. Amsterdam.
25 maart 2019
Het weer is mijn boek geslagen[1]. De onafgebroken regen tijdens de Klimaatmars op 10 maart 2019 in Amsterdam bleek meer invloed te hebben op het in mijn rugzak weggestopte boek, dan op mijzelf. De mars ging ook zeker over regen en misschien ook wel over de meer dan gemiddelde hoeveelheid regen die van alle 40.000 deelnemers al gauw verzopen katten maakte. Maar toch, de sfeer van inspirerend activisme zat erin en bleef erin. Daar kon de regen niets aan veranderen. Tijdens het lezen van het de volgende dag kunstig herstelde, maar nog steeds verfomfaaide boek kwam ik erachter dat de Klimaatmars alles te maken had met het nieuwe klimaatregime waarover Latour schrijft.
[1] Het boek waar het om gaat heeft de raadselachtige titel: ‘Waar kunnen wij landen?; politieke oriëntatie in het Nieuwe Klimaatregime’ van de Franse filosoof Bruno Latour.
24 februari 2019
Onze overheid, maar in feite onze hele samenleving, staat met één been in de oude, geworden tijd en met één been in de nieuwe, toekomende tijd. De overheid van de oude tijd wordt gekenmerkt door een mix van bureaucratisch regelgeleid gedrag en door kosten efficiëntie en succesgestuurd gedrag. Hiërarchie èn markt. Maar noch de regels, noch het geld, noch de combinatie van beide blijken toekomstbestendig te zijn. Dat komt omdat de legitimiteit van de overheid, haar relatie met de burgers ernstig onder druk staat. Gelukkig dient ook de nieuwe tijd zich aan en parallel daarmee doet zich de vraag voor naar een andere visie op de overheid. Dat zou wel eens een pedagogisch gekleurde visie kunnen zijn. Wat zouden we daaronder kunnen verstaan en aan welke ontwerpeisen zou een pedagogische overheid moeten voldoen?
24 januari 2019
Er is geen tijd geweest met zoveel wereldomspannende dilemma’s en paradoxen. Spanningspunten waarmee we inmiddels ook op lokaal niveau bijna dagelijks te maken hebben. En, zoals het zich laat aanzien, nog meer te maken zullen gaan krijgen. Tegelijkertijd hebben we ons steeds meer losgemaakt van het geheel en vallen we terug, zoals de beroemde fysicus David Bohm[1] dat noemt, in het abstraheren, oordelen en verdedigen. Abstraheren van wat zich aan ons toont[2], oordelen over anderen over wie we nog niets weten en verdedigen van gedachten en patronen die we ooit hebben ontwikkeld. Dat kunnen we niet meer volhouden en steeds meer mensen en organisaties komen tot dat inzicht. Wat betekent dat inzicht voor ons systeem van democratie, voor ons communiceren met elkaar en participeren in de samenleving?
[1] David Bohm (2018) Over dialoog; helder denken en communiceren. Uitgeverij Ten Have, Utrecht.
[2] Bohm geeft aan dat wij feiten vaak niet op juiste waarde schatten, omdat ze gekleurd worden door onze collectieve gedachtevoorstellingen van die feiten, zoals deze zich in onze cultuur hebben gevormd. Hij noemt dat abstraheren. Zolang we niet door hebben dat ons denken zo werkt, is verandering onmogelijk, zo is zijn stelling.
23 december 2018
In onze netwerksamenleving gaat het minder om de relaties tussen de knooppunten en nog minder om de positie van de knooppunten, het gaat vooral om de open midden-ruimten tussen de knooppunten. Wat ik daarmee bedoel is dat het helemaal niet moet gaan om de eigen belangen van de partijen of netwerkpartners, zelfs niet primair om de relatie tussen hen. Het gaat echt om de dikwijls complexe opgaven; wat staat de partners te doen en hoe denken zij daarover? Dat zijn de opgaven voor ons politiek handelen en de opgaven van de democratie. Maar wat is de stand van de democratie, hebben we nog vertrouwen in de democratie, wat is democratie?
24 november 2018
Onlangs bezochten we de indrukwekkende tentoonstelling ‘Facing Fear’ in museum ‘De Fundatie’ in Zwolle. Voor het eerst werd een groot aantal werken van de twee beroemdste na-oorlogse beeldhouwers – Alberto Giacometti en Lenn Chadwick – naast en vooral ook door elkaar heen gepresenteerd. Terwijl ik rondliep, stil hield, keek en alles op me liet inwerken, moest ik onwillekeurig denken aan mijn privé Nietzsche studie-project over vitaliteit en de nieuwe mens.
24 oktober 2018
Het oordeelkundig kweken van onzekerheid is misschien wel de meest effectieve manier om mensen te sterken in hun contacten met elkaar. Omdat we dichtbij en op elkaar wonen, in het werk sterk van elkaar afhankelijk zijn en ook nog eens wereldburger zijn, is het ‘goed leren voeren van gesprekken’ een basisvereiste voor een zingevend leven. Dat geldt voor dichtbij en veraf, voor ons als levenspartners, buren, collega’s en voor ons als dragers van de netwerksamenleving.
24 september 2018
Ondanks ernstige twijfels over en miskleunen binnen Europa kom ik er achter dat volwassenwording van Europa als gemeenschap een langzaam groeiproces is, dat deels te maken heeft met het evenwicht tussen interne groeikrachten en groeipijnen, deels met de ontwikkelingen van buiten, die effect hebben op binnen. Het lezen van wat literatuur over Europa deed mij nadenken over de schijnbare vanzelfsprekendheid van Europa als één geheel, opgebouwd uit een oneindig aantal hele verschillende stukjes die absoluut nog geen eenheid in verscheidenheid vormen.
24 augustus 2018
Omdat ik veel optrek met mensen die werkzaam zijn in het publieke domein - en dan vooral bij overheden - stel ik mij ook regelmatig de vraag naar de verhouding tussen burger en overheid. Die is subtiel en breekbaar. Hun verhalen uit de praktijk illustreren dat. Tegelijkertijd overvallen de media ons met diagnoses over de boze burger die geen vertrouwen meer zou hebben in de overheid. Deze leiden tot evenveel verhalen over de legitimitatie van ons democratisch bestel. Genoeg reden om ‘meer democratie in ons systeem te pompen’, of toch niet?
16 juli 2018
Ik kom er steeds meer achter dat de verarming van taal in het publieke en politieke domein het resultaat is van de expansiedrift vanuit het private domein[1]. Begrippen als groei, kosten, vermogen, prestatie, resultaat, etc. zijn afkomstig uit de private hoek van het bedrijfsleven, maar zijn ook de leidend taal gaan vormen in de andere domeinen of sferen van ons leven. Ik ben dat steeds meer als onecht, zelfs vervreemdend gaan ervaren, omdat de niet-private domeinen onvoldoende of zelfs niet tot hun recht komen als we ze uitsluitend duiden vanuit een neo-liberalistisch idioom. Dit idioom grijpt terug op een wereldbeeld met een rationeel besluitend individu dat streeft naar optimalisatie van het eigen belang, gemeten in financieel-economische termen. Deze termen beschrijven echter niet de kern van ons handelen in het publieke domein en in de politiek. Daar ben ik op twee manieren achter gekomen. Door mijn eigen ervaring van de afgelopen jaren en door studie te maken van het gedachtengoed van Hannah Arendt[2].
[1] Wijlen Denker des Vaderlands, René Gude spreekt in zijn boek ‘Het agoramodel; de wereld is eenvoudiger dan je denkt’ (2016) in termen van de filosoof Peter Sloterdijk over vier sferen: privé, privaat, publiek, politiek.
[2] De begrippen – wereldvervreemding en gemeenschapszin - ontleen ik aan de Duits-Joodse filosofe Hannah Arendt (1906-1975). Ze hebben actualiteitswaarde en roepen elkaar ook op. Reden voor mij om wat langer stil te staan bij het gedachtengoed van deze intrigerende denker, die zichzelf niet wenste te plaatsen op de as links-rechts, progressief-conservatief, maar ’slechts’ wilde begrijpen, vanuit een open, nieuwsgierige houding. De vele distincties in haar oeuvre en de bruggen tussen de distincties die ze aanbracht illustreren haar methode om de werkelijkheid beter te begrijpen.
22 juni 2018
Ik kom er steeds vaker achter dat wat bij eerste en oppervlakkige lezing logisch en consistent lijkt, bij nader inzien, vanuit een ander level, nogal eenzijdig is en onproblematisch wordt voorgesteld. Ik kan er dan vaak niet meteen de vinger op leggen, maar het voelt niet goed. Dat had ik ook toen ik een rapport las van het gezaghebbende Sociaal en Cultureel Planbureau en het uitgebreide artikel dat daarover in de krant verscheen. Het ging over deeltijdwerk.